Biografie van Hans Soeteman
Vooraf: een chronologisch opnoeming van alle bands waarin ik speelde, plus de bijbehorende muzikanten en foto's vind je onder de knop.
Het verhaal
In de jaren 70 speelde ik in allerlei bands. In het begin probeerde ik gitarist te zijn, maar omdat iedereen dat wilde (en de meesten veel beter waren dan ik), en omdat er veel vraag was naar bassisten stapte ik al snel over naar dit prachtige instrument.
Ik speelde bas in bands zoals "Squad", "Phineas" en natuurlijk in de Schoolband. In die Schoolband zaten jonge, maar echt goede muzikanten zoals gitarist Maurits de Weert, gitarist Rob Bauer, Jan van Someren (keyboard) en Henk Jonkers (drums). Bij mijn weten zijn de meeste daarvan nog jarenlang (of nog steeds) actief in de muziekwereld. Henk Jonkers speelde bijvoorbeeld veel later in the bekende Nederlandse band Fatal Flowers. Maurits de Weert is vooral bekend geworden door zijn 'Handieman' activiteiten, o.a. samen Hans Dulfer. Met hem speelde ik later in de band 'Burning'. Kortom, een leerzame periode met zo'n geweldige schoolband.
Mijn eerste serieuze band - qua muziek richting Jazzrock - , waarmee we zeer regelmatig optraden en die ook fatsoenlijke apparatuur bezat was "Fiets". Instrumentele muziek in de traditie van Camel, Gong, Passport en Solution. Zelfs muziekkrant 'Oor' (toendertijd hét muziek tijdschrift) besteedde af en toe aandacht aan "Fiets". We worden beroemd... dachten we...
Na "Fiets" begon het echte werk. "Burning" werd opgericht. Een funky power band met heel veel ambitie, veel optredens, en af en toe 'airplay' op de radio. In 1980 namen we een LP op (Night) en een paar maanden later werd onze eerste single (Hide away) uitgebracht. Na een paar jaar vertrek ik bij deze band om met "Rotor" te gaan spelen.
In de jaren 80 raakten we ook enorm geïnteresseerd in Jazz muziek. Het "Rob Lokhorst quartet" (en "Tough Talk" als de blues variant) werd opgericht en vormde basis voor een groot aantal andere samenstellingen waarmee we met het 'Realbook' onder de arm het 'snabbelcircuit' bestormden. Gasten waren niet alleen lokale sterren maar ook bekende muzikanten zoals Hans Dulfer en een - in die tijd - piepjonge Candy Dulfer, Bertus Borgers, Piet Hein Veening en Eef Albers. We speelden blues and jazz in kleine clubs en cafe's (en eigenlijk overal waren we maar terecht konden). En, omdat we ook wel wat wilden verdienen speelden we ook 'jazzy covers' in restaurants, bruiloften en andere vrolijke en minder vrolijke evenementen. Dit onder de vlag van Bennie Stevens's band "Freeline".
Gedurende deze periode speelde ik ook in het "Pierre van der Linden quartet", die destijds de bekende nederlandse band "Focus" had verlaten (en daar later weer naar terug ging). Een nogal losse heavy electrische jazz band met improvisatie (heel) hoog in het vaandel. En, alsof dat niet genoeg was speelde ik ook nog (met ongeveer hetzelfde clubje mensen overigens) in "The Fez", een Steely Dan-achtige band die geleid werd door de getalenteerde Vincent van Leest.
Terug naar de Rock!
Na "Burning" kwam "Rotor", onder aanvoering van gitarist/vocalist Leen (of Lain) Barbier. "Rotor" was de opvolger van "Turbo", een Nederlandse rock band die een aantal albums had uitgebracht en zelfs een hit single (You Girl) had voortgebracht. We hadden een fantastische tijd, enorm veel optredens en fanatieke fans. De doorbraak leek altijd dichtbij...maar kwam eigenlijk nooit. De naam werd zelfs weer veranderd in Turbo toen Jos Jaspers (uit de oorspronkelijke Turbo) weer mee ging doen. En toen hij weer vertrok na een paar maanden, tja werd het weer "Rotor". Daarna was de energie verdwenen, Leen Barbier ging naar "Diesel" en ik ging bij de "Rauchende colts" spelen, de opvolger van het gigantisch populaire "Toontje Lager"
Na deze nogal opwindende periode werd het dus de "Rauchende colts". Een band die opgezet werd door ex-"toontje lager" muzikanten en het Belgische duo Pol en Misch. "Rauchende colts" was een uitstekend georganiseerde professionele band (dat hadden ze bij Toontje Lager wel in de vingers gekregen) met een geweldige, ietwat onderkoelde, humoristische show. We speelden pop-achtige muziek in een mix van allerlei stijlen en in allerlei talen. Echt geweldige optredens mee gedaan, opgetreden in een tv programma en een aantal radio optredens. Eén nummer is zelfs gebruikt in de Nerderlandse film "Donna Donna". De toekomst zag er dus goed uit voor de "Rauchende Colts", maar het sprookje duurde niet al te lang. De band explodeerde door muzikale meningsverschillen (zoals altijd eigenlijk...).
Eigenlijk hadden we het toen wel gehad toen met de pop muziek. Met de restanten van de "Rauchende Colts" (Gerard de Braconier, Joost Witte, Hans Soeteman) beginnen we samen met Mark Söhngen een Zydeco/Cajun band: 'Captain Gumbo'. Net voordat de eerste succesvolle CD wordt uitgebracht verlaat ik deze band (rond 1990). Ik krijg in die tijd een goede baan, en heb de illusie dat ik ook wel zonder muziek kan...
Na een lange tijd zonder muziek begin ik te experimenteren met homestudio software en alles wat daar bij hoort (zo ongeveer rond 1996). In eerste instantie omdat ik geïnteresseerd ben in de techniek en het leuk vind om op het technisch vlak dat soort dingen werkend te krijgen. De (muzikale) resultaten zijn in het begin dan ook belabberd, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit met sprongen omhoog en ga ik me minder met de techniek, en meer op de muziek, en de gitaar concentreren. Ik besluit het serieus op te pakken en ga aan de slag met uitsluitend mijn eigen muziek. Vandaar de geboorte van Dasinu (en vandaar deze site)! Al snel sluit ook de Amerikaanse bassist Jim Casey zich aan. Al meer dan 10 jaar is hij een soort permanente gast. Daarnaast zijn er zeer gewaardeerde bijdragen van gastmuzikanten Philip Platt en Rob Lokhorst.
Omdat het altijd enorm leuk is om ook interactief 'real time' met muzikanten te spelen, met daarbij natuurlijk de bijbehorende muzikanten humor, speel ik ook alweer een aantal jaren in de kleine Jazz 'bigband' AAJEB